Marcelle, het huishoudwonder.

Ik zie dus overal reclame en berichten op social media over de huishoudbeurs. Daar ben ik nog nooit geweest. De titel trekt mij totaal niet aan. Maar dan ook echt totaal niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik me zo voorstel dat er in een heel grote ruimte ontzettend veel reclame wordt gemaakt voor huishoudelijke artikelen. Mannen met Colgate-smiles prijzen de poetsgrage dames het allerbeste schoonmaakmiddel aller tijden aan, een enthousiaste, authentiek lijkende kok vertoont zijn kunsten met het allerbeste en scherpste mes en verderop staat een mevrouw, perfect in de make-up en met prachtig gekapt haar, te vertellen dat dit wasmiddel écht alle vlekken uit elk stuk textiel krijgt. Zoiets stel ik me voor. En bij die voorstelling krijg ik jeuk in mijn nek, kale plekken op mijn achterhoofd en als extraatje nog jeukende, rode bultjes op mijn ledematen. Dank je feestelijk. Tegen de tijd dat het huishouden een activiteit wordt, waar ik mijn genot en plezier uit haal en waar ik beurzen voor wil gaan bezoeken, mag iedereen die dat wil de crisisdienst gaan bellen. Dan is er ernstige kortsluiting in mijn hoofd en heb ik heel, heel sterke medicatie nodig om de warboel in mijn hoofd weer op een rijtje te krijgen. Het is zo frustrerend en nutteloos werk: alles wat je deze week doet, moet je volgende week weer herhalen. Dat is toch vreselijk??

Laat mijn schoonmoeder dit asjeblieft niet lezen, maar ik geef het hier open en bloot toe: ik ben absoluut geen goede huisvrouw. Dat gen mis ik ook gewoon, hoor. Mijn moeder zei vroeger altijd: “Als ik de woonkamer heb gestofzuigd, voel ik me een dijk van een huisvrouw.” Op de vraag waar iets in de kast hoorde, was het antwoord: “Maakt niet uit, als het maar blijft hangen.” Het was bij ons echt altijd wel netjes en absoluut niet vies, maar dat was ook gedeeltelijk te danken aan een geweldige hulp die we hadden, aangezien mijn ouders allebei werkten. (Ik zeg óók, want anders onterft mijn moeder me. Ze was ook niet heel erg, maar voor het verhaal is het natuurlijk leuker als ik overdrijf. Hou van je, mam.)

Ik lijk op mijn moeder. Uiterlijk, maar ook qua huishoudmotivatie. Het is bij mij netjes en heus niet smerig, maar kijk asjeblieft níet onder een bank of een kast en trek die kast vooral niet open! Waar mijn moeder door de jaren heen georganiseerder is geworden, word ik juist chaotischer. Een kastdeur opentrekken is risico lopen op een hersenschudding of een lawine van kleding. Het erge is eigenlijk, dat ik totaal niet tegen troep kan. Echt niet. Als je bij mij thuis komt, is het absoluut netjes. Want op het oog moet het gewoon echt overzichtelijk en geordend overkomen, anders word ik zelf kierewiet. Maar mijn zolder, die niemand ooit ziet, is een chaos. Ik weet niet eens wat er ligt. Mijn zolder is een reden om never nooit te gaan verhuizen. Die krijg ik nooit opgeruimd. Daar staat het badje van Julian nog omdat ik het niet kan wegdoen. Al zijn winterjassen liggen daar. Zijn Pokémonkaartverzameling. Oude behaatjes, oude tijdschriften, spelletjes, kerstspullen, koffers en tassen. Het is óns museum van ónze eigen oudheden, alleen dan niet netjes opgesteld en zonder bijbehorende tekstkaartjes.

Mijn toilet en badkamer maak ik met regelmaat schoon, want anders vind ik het vies, maar wanneer ik voor het laatst de ramen gezeemd heb? Geen idee. Is het drie of vier jaar geleden? Ik kan er nog steeds mijn tuin met al het onkruid doorheen zien, dus ze zijn nog niet vies genoeg.

Toen ik mijn bank net had, vond ik het vreselijk als er een vlek op kwam. Nu heb ik toch maar een nieuwe gekocht, maar die is er nog niet. Dus gebruik ik mijn bank als servet als ik vieze handen heb, lach ik als ik er iets op knoei en de kussenslopen in de was doen laat ik de komende weken ook maar achterwege. Ze zijn binnen een dag weer vies. Ik zal op mijn nieuwe bank wel weer zuiniger zijn.

Mijn zoon, vrucht van mijn schoot, is helaas geen haar beter. Sterker nog: die is erger. Als ik me weer eens groen en geel erger aan de enorme bende in zijn verblijf, dan zegt hij rustig: “Mam, jíj ergert je er aan, ik niet.” Toch verplicht ik hem om af en toe op te ruimen, zo nodig met de opmerking dat we anders ‘beestjes’ krijgen. Zuchtend en steunend en met keiharde k%^muziek aan gaat hij dan aan de slag. Vervolgens kan ik dan aan het werk want de hele wasmand zit dan uiteraard helemaal propvol. Meneer gaat echt geen moeite verspillen aan onderzoeken of iets nog een keer gedragen kan worden of niet. Hup, alles in de wasmand, zijn kamer is netjes en ondergetekende heeft er een huishoudelijke klus bij. Jippie. Zijn vriendin gaat nog wel eens met hem samen een kastje opruimen, maar ik snap ook wel dat ze daar niet elke week zin in heeft.

Ik vrees dat ik het ook nooit echt zal leren. Netjes en schoon vind ik echt wel belangrijk, zoals eerder gemeld, maar brandschoon? Nee joh. Van een beetje vuil hier en daar worden we resistent. Ik hoef geen gedesinfecteerd huis. Dan moet ik me daar hele dagen mee bezig gaan houden. Daar heb ik absoluut geen zin in en daar vind ik het ook niet belangrijk genoeg voor. Als er incidenteel mensen komen logeren krijg ik een enorme paniekaanval en met die rondgierende adrenaline lukt het me dan wel eens om bepaalde verblijven in een staat van opperste reinheid te brengen, maar zodra ik de logees uitzwaai is die brainwave weer voorbij. Godzijdank, want het is doodvermoeiend.

Jullie snappen mijn punt. Derhalve kan ik me ook totaal niet voorstellen wat mensen aantrekt op zo’n huishoudbeurs. Dus heb ik maar eens op internet gekeken en toen zag ik dat je daar ook je haar kunt laten doen, dat je je kunt laten stylen en dat je er veel kunt eten en drinken. Kijk, dat vind ik dan weer positief. Maar toch ga ik niet. Puur en alleen door de naam. De Huishoudbeurs. Laten ze het eerst maar eens een andere naam geven, die mij niet doet denken aan het meest nutteloze werk in het leven van een mens.

Tja, en voor wat betreft mijn huis: misschien moet ik maar weer eens logees krijgen of moeten mijn schoonouders op bezoek komen, dan moet ik weer eens echt aan de bak. Voorlopig ‘verheug’ ik me dan maar op de komst van de nieuwe te bevuilen en te slopen bank, want dan moet ik op die plek in ieder geval weer eens stofzuigen. Fijne avond allemaal!

Tags

Wat vind je van mijn verhaal?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *